Hoe leggen nieuwkomers en Nederlanders contact? Hoe draagt dat bij aan lokale verbondenheid? Wat kan welke organisatie bijdragen daaraan? En wat kan anders en beter?
Sinds 2015 zetten veel (nieuwe) Rivierenlanders zich in voor en met nieuwkomers. In de afgelopen jaren leerden we gezamenlijk veel over wat werkt, wat beter moet, en wat we niet meer moeten doen. De uitdaging is: hoe zorgen we ervoor dat die kennis gebruikt en doorgegeven wordt? Welke oplossingen zijn lokaal nodig om integratie een stap verder te brengen? En hoe zorgen we dat de stem van nieuwkomers zelf wordt gehoord en gebruikt? We organiseerden een Maaksessie voor de regio Rivierenland, over het thema ‘Lokale verbinding’. Voor nieuwkomers, betrokken inwoners, vrijwilligers, ambtenaren, NGO’s, sociale wijkteams, zorgpartners, verenigingen, kerken en sportclubs. In dit stuk vindt u een verslag van de gesprekken en de werksessies.
pagina
2 /
pagina
3 /
Dit gesprek vond plaats in de ‘vissenkom’. Dat is een werkvorm waarbij er een interview of gesprek plaatsvindt tussen een klein aantal mensen. De rest van de deelnemers zit daar in een grote cirkel omheen. Die deelnemers zijn niet zomaar publiek, maar medeonderzoekers. Zij krijgen een speciale onderzoeksopdracht mee in de vorm van een vraag. Met Selam, Ibrahim, Loubna en Patrick in de vissenkom.
pagina
4 /
Voel je je verbonden met je omgeving/ Hoe heb je dat gedaan?
• Ik heb kennisgemaakt met mijn buren door ze uit te nodigen voor de verjaardag van mijn kind. Via mijn kinderen leer ik mensen uit de omgeving kennen. Ik leer ouders kennen op school. Als kinderen met elkaar afspreken om te gaan spelen, maak ik kennis met ouders. Dat is een mooie gelegenheid. Ik neem dan vaak het initiatief. Nederlanders doen dat helaas niet.
• Ook via vrijwilligerswerk heb ik veel mensen leren kennen. Ik werk als tolk voor een organisatie in Nijmegen. Zo groeit mijn netwerk.
• In contact met mijn buren is taal het grootste probleem. Wij (statushouders/ nieuwkomers en mensen uit Eritrea in het bijzonder) zijn een beetje bang (om contact te leggen). De cultuur tussen Eritrea en Nederland is verschillend. Als in Eritrea iemand nieuw in de buurt komt wonen. Komen de buren kennismaken. Hier is het anders.
pagina
5 /
pagina
6 /
Help je Nederlanders?
pagina
7 /
Heb je contact met nieuwkomers?
pagina
8 /
pagina
9 /
Wat had je graag anders gewild in Rivierenland?
pagina
10 /
Antwoorden op de vraag die deelnemers in de buitenkring meekregen vooraf aan het gesprek:
‘Wat valt op?’
✓ “Dat ze goed geïntegreerd zijn”
✓ Haakje vinden om contact te zoeken – is spannend en zo belangrijk.
✓ “De nieuwkomer vindt dit” – kunnen we niet zeggen. Ze vinden allemaal wat anders – iedereen is best wel anders – divers.
✓ We willen als Nederlanders heel graag verbeteren. Dan gaan we vragen: wat hadden we anders moeten doen om het voor jou beter te maken? Ik merk dat die vraag te direct is. Dat lukte ook niet goed in de laatste vraag, er kwam geen echt antwoord.
✓ Nieuwkomers nemen altijd het initiatief. Ik wil dat Nederland(ers) initiatief nemen.
✓ Iedere cultuur heeft zijn eigen verwachtingen (als het gaat om contact & manieren van contact leggen). Die zijn anders dan in Nederland.
pagina
11 /
‘Wat zouden organisaties kunnen bijdragen?’
✓ Maandelijks van dit soort bijeenkomsten organiseren. Laagdrempelig om kennis te maken met verschillende culturen.
✓ Dat organiseren waar Nederlanders komen. In een ongedwongen sfeer.
✓ Verbinden met maatschappelijke organisaties in de wijk. Die zijn nu onbereikbaar/ onbekend.
✓ Om echt iemand te helpen: goed onderzoeken wie dat het beste kan doen.
✓ Je kan het niet alleen.
pagina
12 /
‘Wat moet verder onderzocht worden?’
✓ Wat is er mogelijk om voor jongere mensen aansluiting te krijgen op het onderwijssysteem? Dat is onduidelijk voor begeleiders. Dan is het vaak te laat. Mensen dwalen af.
✓ Overgewicht is een probleem
✓ Kennismaking als challenge: ‘Waar kom je vandaan?’ We kunnen het ergens anders over hebben. Niet alleen waar we vandaan komen?
✓ Hoe krijg je ‘de Nederlander’ geïnteresseerd? Leren kennismaken.
pagina
13 /
pagina
14 /
Ook dit gesprek vond plaats in een vissenkom. Met Ingeborg, Nasser, Marijke en Patrick in de vissenkom.De professionals zijn betrokken bij Warm Welkom Zaltbommel, Integreren doe je samen Geldermalsen en de Gemeente Tilburg.
Wat heb je meegenomen uit het vorige gesprek?
pagina
15 /
Wat is uniek in jouw project, wat maakt het verschil?
pagina
16 /
Wanneer bots jij met grenzen?
pagina
17 /
pagina
18 /
Antwoorden op de vraag die deelnemers in de buitenkring meekregen vooraf aan het gesprek:
‘Welke lessen heb je geleerd/ neem je mee’:
✓ Belang van het informele – met mensen meelopen op hun reis. Eist flexibiliteit
✓ Belang van steeds weer zichtbaar zijn en contact maken. Ik zie het in mijn woonomgeving – sommigen zijn al dolgelukkig dat je elkaar tegenkomt. Dat je iemand hebt om naar te zwaaien – gedag te zeggen.
✓ Uiteindelijk moet je het met elkaar doen. Je moet elkaar goed begrijpen. Wat is het doel van de nieuwkomer? We moeten goed luisteren. Wij denken teveel.
pagina
19 /
✓ Nederland is een papierland. Regeltjes.
✓ Iedereen zit in een hokje: ‘Ik ben van…’ Het kost even om ergens ‘van’ te zijn. Als jij straks ‘van het voetbal’ bent (dat kost even), maar dan ben jij van de voetbal.
✓ We veranderen die hokjescultuur niet zomaar. Iedereen rent naar zijn eigen clubje. We zijn geen buurtsamenleving.
✓ Je moet een haakje hebben, een lokaal haakje.
✓ We moeten een stapje extra zetten. Als professional en als mens. Als ik een stap extra zet, is de ander ook bereid om dat te doen.
✓ We moeten lokale mensen vragen wat ze willen en doorvragen
pagina
20 /
✓ Ook Nederlanders hebben een haakje nodig. Dat is überhaupt ingewikkeld.
✓ Laten we een cursus over diversiteit organiseren. Over Nederland in de ogen van anderen. Doen beseffen dat het zo anders is. Door voorbeelden gaat het leven/ ga je het ervaren verschil beleven (deelnemer heeft cursus gedaan. Dat was in het algemeen een eyeopener voor haar).
✓ Als je niets vraagt, is het moeilijk om je hand uit te steken. Een vraag kan heel simpel zijn.
pagina
21 /
pagina
22 /
De twee gespreksrondes geven stof tot nadenken, maar hopelijk ook tot actie. Daarom vragen we deelnemers wie er een concreet vraagstuk heeft of heeft gekregen dat hij of zij wil indienen. Samen met andere deelnemers kunnen ze er dan aan werken.
pagina
23 /
pagina
24 /
pagina
25 /
pagina
26 /
Als de NLse taal allesbepalend is. Moeten we niet naar andere kwaliteiten kijken? & Taalstages eenvoudiger. Hoe maken we de regels soepeler?
pagina
27 /
Hoe krijg je als gemeente zicht op of we het goede doen?
Specialisten die met statushouders werken – of dat iedereen met iedereen om kan gaan?
pagina
28 /
Hoe kunnen we elkaar versterken in plaats van formeel te worden?
Wat betekent radicale gelijkwaardigheid in de praktijk?
pagina
29 /
Informele organisatie (als smeerolie) – Hoe worden we onderdeel van de infrastructuur? & Het zijn van een functionaris roept verwachtingen op. Hoe ga ik daarmee om?
pagina
30 /
Hoe kunnen we op een andere manier kennismaken? •
Kan een gemeente een samenhangend programma faciliteren – om sociale verbondenheid te versterken – of is het beperkend (en is maatwerk nodig).
pagina
31 /
Article published on
23 feb 2021
Share