Inhoud

#5 Maaksessie De Veranderopgave 2021 & het persoonlijk “Plan Inburgering en Participatie” (PIP)

A 13 minutes read by Renée Frissen

Inleiding

Dit stuk blikt terug op de maaksessie die in het teken stond van de Veranderopgave 2021 en het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP). Een PIP wordt verplicht, maar hoe doe je dat eigenlijk, een goed plan maken? Wat is daar voor nodig? Wat kunnen we leren van de ervaring van nieuwkomers en oudkomers? Hoe sluit het PIP aan op de huidige intake? En wat moet er nu gebeuren om in 2021 goed voorbereid te zijn?

Dit thema is aangedragen door verschillende gemeenten uit de Food Valley. In nauwe samenwerking met de Divosa regio-coördinator Ton Fransen hebben we samen met nieuwkomers, lokale ambtenaren en professionals het programma voor de maaksessie ontworpen.

 

Op 14 mei 2019 hebben 45 lokale stakeholders deelgenomen aan deze maaksessie. Het was een bijzondere dag waarin een aantal ervaringsdeskundigen vanuit verschillende invalshoeken over integratie vertelden: mensen met een vluchtelingenachtergrond die hun weg in Gelderland proberen te vinden, een participatie-conculent die met de brede intake experimenteert en een ambtenaar. Zij gaven een inkijk in hun praktijk aan de hand van voorbeelden. De interviews dienden als een dieptesprong in de materie: wat werkt wel en wat werkt niet? Aan de hand van de inzichten uit de ochtendgedeelte, hebben de deelnemers vraagstukken bedacht die ze vervolgens in de groepen hebben uitgewerkt tot acties. Er zijn 9 vraagstukken behandeld, en samen vormen zij een actieagenda die de deelnemers gedurende 2019 en 2020  willen uitvoeren.

De Maaksessie

Het vertrekpunt van de maaksessie is de stem van nieuwkomers zelf. Wat hebben nieuwkomers nodig om een goede route uit te stippelen voor hun nieuwe toekomst? Hoe kunnen we een plan ontwikkelen dat aansluit op wat nieuwkomers nodig hebben? En vervolgens: wat betekent dit voor de huidige instrumenten, en het streven naar de vaak weerbarstige praktijk van het ‘centraal stellen van de nieuwkomers’? Daarom begonnen we de maaksessie met de vraag aan alle deelnemers: “wanneer werd er voor het laatst echt goed naar je geluisterd?”.

De Maaksessie gaf gelegenheid tot vier dingen:

  1. Kennis en ervaring rond het ontwikkelen van een persoonlijk plan te delen, expliciteren en verdiepen.
  2. In kaart brengen welke zorgen, uitdagingen en successen lokale stakeholders ervaren rond de Veranderopgave.
  3. Ontwerpen van acties om goed voorbereid te zijn op het maken van een PIP dat vanuit de vraag en kennis van de nieuwkomers zelf vertrekt.
  4. En de maaksessie was ook een goede gelegenheid om elkaar te leren kennen en ervaringen uit te wisselen. Zo ontstaan er nieuwe samenwerkingen tussen professionals en vrijwilligers. Dit soort samenwerkingen zijn noodzakelijk maar niet vanzelfsprekend. Alleen al deze ontmoetingen beschouwen wij als een succes van de Maaksessie.

We begonnen met een reeks interviews waarin Sedigheh Safari, Delista Omeragic en Elsa Berhane hun ervaringen deelden als ervaringsdeskundige / sleutelpersoon. Daarna kwam een tweede ronde interviews met Renske Waardenburg, in haar rol als ambtenaar / beleidsmaker en Niek Bielderman, als participatie consulent – zij vertegenwoordigen het perspectief van de instanties.

De deelnemers kregen luisteropdrachten:

  • Wat is positief in deze verhalen?
  • Wat is negatief in deze verhalen?
  • Wat voor onderzoeksvragen liggen hier?
  • Wat moeten de instanties in hun oren knopen?
  • Wat moeten de nieuwkomers in hun oren knopen?

Perspectief sleutelpersoon/ervaringsdeskundige

Sedigeh’s verhaal illustreerde een lange zoektocht naar de juiste taalschool en naar een geschikte opleiding. Sedigheh komt uit Iran, is nu 3 jaar in Nederland, en is afgestudeerd in Chemical Engineering. Zij heeft de indruk dat haar gemeente nauwelijks een rol speelt in haar integratietraject doordat er weinig contactmomenten zijn geweest. De ‘defining moment’ in haar verhaal is de medewerker van COA die de tijd nam om naar haar te luisteren, zich verdiepte in haar achtergrond en uiteindelijk een stage aan de Wageningen Universiteit voor haar wist te bemiddelen. Deze stage gaf een boost in haar ontwikkeling: ze werkte in het lab, maakte nieuwe contacten, kennis met het onderwijssysteem en omgangsvormen. Op dit moment worstelt Sedigheh met een ander probleem – voor de studie die zij binnenkort wil volgen, moet ze haar Engels bijspijkeren. Ze heeft een cursus zelfstudie Engels gevonden. Maar vanuit de gemeente is er druk om eerst het Nederlands te leren.

Delista woont al langer dan 20 jaar in Nederland. Zij is lid van Klankbordgroep VWON in Arnhem. Het opmerkelijke in haar verhaal is het beeld van haar integratietraject van 20 jaar geleden. Bij haar aankomst in Nederland mocht Delista direct een cursus Nederlandse taal volgen. Gemeente Arnhem nam haar op en er werd samen met haar een persoonlijk plan voor haar toekomst gemaakt. Gemeente Arnhem organiseerde een stage bij het ROC. “Het was een goed plan, je wist precies waar je naartoe ging, je stage liep je in eigen tempo”. Juist het gebrek aan tijdsdruk maakte het een succesvol en bevredigend proces voor Delista.

Elsa behoort tot de eerste generatie Eritreeërs, zij kwam als klein kind naar Nederland samen met haar ouders. Elsa spreekt positief over het begin van hun leven in Nederland. Hun gezin had een maatschappelijke begeleider die hun goed hielp met huisvesting en andere zaken. De buurt ontving hen hartelijk en goed, zij waren nieuw en interessant. Dit staat volgens Elsa in contrast met hoe het er nu aan toe gaat in “het statushoudersland”. De processen zijn veel ingewikkelder en wachttijden langer. Elsa werkt als begeleider en sleutelpersoon voor de Eritrese gemeenschap. Ze ziet dat de Eritreeers een stigma dragen van beperkingen en zwakte. Ze willen werken maar eerst moeten ze talige trainingen en cursussen volgen, iets wat ze niet gewend zijn en wat niet matcht met hun verwachtingen. “Mensen komen veel in problemen door te veel aan informatie en ingewikkelde regels waar ze in verstrikt raken. Er ligt teveel eigen verantwoordelijkheid op deze groep. Ze vinden bijvoorbeeld werk maar ze geven het niet door aan de uitkeringsinstantie, dit besef is er niet. En dan gaat het mis.” Elsa benadrukt dat de Eritrese groep over het algemeen uit hardwerkende mensen uit het platteland bestaat. Maar in Nederland, door het huidige beleid, gaan hun talenten en hun kracht verloren.

Perspectief professionals

Niek is participatieconsulent bij gemeente Renkum. In het kader van vernieuwing is hij onlangs gestart met een integrale intake. Niek merkt dat een persoonlijk gesprek een versnellend effect heeft op het proces omdat hij direct hoort wat iemand wil. Bovendien wordt er nauw samengewerkt met COA en Vluchtelingenwerk, dit maakt dat de lijntjes kort zijn. De intentie van dit experiment is om mensen zo snel mogelijk in een actieve modus te krijgen. De gemeente is van mening dat de taal niet alleen op school hoort maar ook tijdens het werk kan worden geleerd. Inburgering en werk kunnen naast elkaar lopen. “We gaan soms ook naar de scholen toe om de statushouders te volgen, we hebben een accountmanager die stages probeert te vinden voor de statushouder, de korte lijntjes zijn belangrijk! COA begint het en wij pakken het op. [..] Mensen hebben vertrouwen dat het een goede toekomst wordt.”

Renske werkt als regiocoördinator voor Divosa en bij de gemeente Oude IJsselstreek. Zij merkte dat veel nieuwkomers hobbels ondervinden bij de intake doordat de intake te talig is. Zij ontwikkelt momenteel een alternatieve communicatiemethode tussen consulent en statushouder: gesprek voeren met getekende beelden. “Door te tekenen, maak je verwachtingen concreter en duidelijker met beeld. Het hoeft niet mooi te zijn, het gaat om de boodschap. Soms heeft een nieuwkomer een ander idee van werk, of ander idee van tijdspad, dit kan je verduidelijken door simpele tekeningen. Dat maakt dat je makkelijker over hetzelfde praat. De bedoeling is dat je als statushouder een beter beeld hebt van je plan en een eigenaar ervan wordt.” Ook pleit Renske voor het inzet van sleutelfiguren in de uitvoer van het PIP. “Zij kunnen praten met instanties en ook met nieuwkomers. In het land is hier al veel ervaringen mee, een sleutelpersoon kan ook een praktijkondersteuner worden.”

Sleutelinzichten

  • Voor het PIP is het essentieel om de persoon centraal te stellen. Hoe ondersteun je individuele behoeftes, talenten en kansen van iemand? De aspecten van persoonlijke belangstelling en menselijk contact zijn belangrijk – hiermee wordt gebouwd aan vertrouwen tussen instantie en nieuwkomer. Ad-hoc oplossingen dragen niet per se aan een perspectief, het is beter om iemand te leren kennen en een horizon uit te stippelen.
  • De verschillende onderdelen van en activiteiten in het PIP moeten elkaar versterken, geen verkokering door het PIP. En dus betrek de verschillende (maatschappelijke) organisaties ook bij het begin (mits dit is wat de nieuwkomer ook wil/nodig heeft).
  • Zorg voor een divers personeelsbestand, bijvoorbeeld door het aannemen van sleutelpersonen.
  • Als de basis niet op orde is, sowieso in bestaanszekerheid, heeft een PIP voor een toekomstperspectief geen zin. Dus zorg hoe dan ook voor de basis op orde.
  • Werk is cruciaal, dus werkgevers moeten ook betrokken worden, het liefst in de vorm van een community waarbij ze het idee hebben dat zij er ook iets aan hebben én terecht kunnen met vragen.
  • Veel inzichten gaan over interculturaliteit, en de noodzaak om te luisteren, en te leren luisteren naar mensen met verschillende achtergronden.
  • Gezondheid als onderdeel van het PIP, met name mentale gezondheid, ontbreekt vaak als perspectief. Dit terwijl een plan niet zo veel zin heeft als mensen in hun hoofd geen ruimte hebben voor een plan.
  • Maak gebruik van de kennis van oudkomers: niet alleen ambtenaren, maar ook neuwkomers zelf. Zoek verbinding met de kennis die er al is.
  • integratiebeleid tot nu toe zet in op taal, opleiding en werk en dat is maar 20%, het geen dat je “boven het water” ziet. Wat zit onder water? Wat maakt een mens de mens? De waarden, de normen, en de rest. Je moet meer weten en begrijpen dan alleen de taal.
  • Eisen en complexiteit van de regels staan de nieuwkomers in de weg. Mensen raken verstrikt in de taaltrajecten, wachten lang om ergens te kunnen beginnen en raken geïsoleerd van de samenleving. Dit is geen goede start om te integreren.
  • We zouden niet alles van de taal moeten laten afhangen. Taal is geen doel op zich, taal is een middel om ergens te komen. Praktijk laat zien dat mensen zonder of met een gebrekkig Nederlands prima kunnen werken. Bovendien is de taal een dynamisch sociaal cultureel gebeuren, als het leren van de taal alleen van de school afhangt dan is dit zorgwekkend.
  • Het start van de integratie zou standaard bij COA moeten beginnen, en opgepakt worden door andere instanties
  • Organisaties zouden meer moeten investeren in sleutelpersonen. Hun kennis en ervaring maakt dat er vertrouwen en begrip tussen consulent en nieuwkomer sneller ontstaan, met hun bijdrage verlopen de processen korter en vlotter.

 

  • Formele en bureaucratische omgang met nieuwkomers heeft vaak ongewenst effect (wederzijds onbegrip, wantrouwen), kunnen we meer openstaan voor de informele omgang?
  • Boodschap aan de nieuwkomers: maak een realistisch plan maar blijf ook dromen.
  • Verschillende manieren van communiceren, zoals het werken met tekeningen in plaats van woorden, moeten passen bij de persoon voor je. Zo kan tekenen ook weer kinderachtig overkomen, alsof je iemand niet serieus neemt.
  • Hoe kunnen we leren van het verleden, en voorkomen dat we het wiel opnieuw uitvinden? Er zijn allerlei vormen van beleid geweest, blijkt ook uit het voorbeeld van Delista, dus hoe kunnen we daar zo efficiënt mogelijk de sleutelinzichten ophalen?

Actieagenda

Initiatief #1 gaat in de gemeente Ede een PIP ontwerpen dat zingevend en motiverend is voor de nieuwe inwoner. Dit willen ze in een aantal stappen doen, ten eerste bepalen wie de procesregisseur wordt en waarom. Vervolgens één contactpersoon betrekken voor het gehele traject (continuïteit). Het is van belang dat vooraf alle stappen van het PIP inzichtelijk gemaakt worden voor de nieuwe inwoner, bijvoorbeeld door het in eigen taal aan te bieden.

Initiatief #2 wil de professionals bewegen om cultuursensitiever te gaan werken. De managementteams van de organisaties zoals Vluchtelingenwerk, COA, gemeenten worden aangespoord om een kwaliteitstraining ‘Cultuursensitief werken’ in te kopen. Initiatief pleit ervoor dat er in de trainingen met sleutelpersonen gewerkt wordt omdat zij vaardig zijn in de interculturele communicatie en kennis hebben over de westerse en oosterse cultuur. Een belangrijk aspect is om de training niet eenmalig aan te bieden maar te verspreiden over meerdere momenten.

Initiatief #3 wil ervoor zorgen dat er tijdens het gesprek met instanties de nieuwkomer het vertrouwen krijgt in de medewerkers. De medewerkers binnen de instanties zouden bewust(er) gemaakt kunnen worden van de achtergrond van de nieuwkomers en hun  afhankelijkheidspositie ten opzichte van instantie. Ook in dit initiatief wordt cultuursensitieve communicatie benadrukt.

Initiatief #4 wil kortere routes ontwikkelen gericht op het helder krijgen van behoeftes en talenten van een nieuwe burger. Dit kan middels een ‘vast formaat’-gesprek met eventueel een tolk. Een belangrijk onderdeel van initiatief 4 is dat er werkgevers benaderd worden zodat de nieuwkomers naar laagdrempelige proefplaatsingen bemiddeld kunnen worden. Hier kunnen zij indruk krijgen van de werkcultuur in Nederland, ervaring opdoen en worden de routes naar werk korter.

Initiatief #5 gaat op zoek naar werkgevers die bereid zijn om avontuur met de nieuwkomers aan te gaan en kennis te laten maken met de arbeidsmarkt door middel van een stage, werkervaringsplek en betaald werk. Hiervoor is het nodig om werkgevers enthousiast te krijgen tijdens de al bestaande en nieuwe bijeenkomsten. Ook worden zowel de werkgevers en de nieuwe inwoners gecoacht waar nodig: taal, mentortraining, kennis over payroll constructie etc. Deze actie wordt een succes als er meer werkgevers bereid zijn om nieuwkomers een kans te geven en als er een duurzame werkrelatie ontstaat tussen beide partijen.

Initiatief #6 wil graag een klankbordgroep oprichten die ze kunnen betrekken en inzetten bij het vormgeven van het PIP in gemeente Renkum. De acties zijn gericht op het samenstellen van een lokale klankbordgroep en begeleiding hiervan. Het beoogde doelen zijn om de kwaliteiten en ervaring van deze groep te benutten in verschillende fases van het PIP traject: vertalen tijdens de intakes, begeleiding van nieuwkomers, feedback aan consulenten etc. De eerste stap is om binnen 3 maanden te inventariseren welke potentiële deelnemers lid kunnen worden van de klankbordgroep. Het wordt een succes als er een groep opgericht wordt met een procesbegeleider.

Initiatief #7 focust op het ontwerpen van een PIP dat gericht is op vrouwen en hun ontwikkeling. De eigenaars van dit initiatief zijn de gemeenten Wageningen, Veenendaal, Renswoude en Rhenen. In eerste instantie is het belangrijk dat alle vrouwen in dit gebied in zicht zijn en dat ze een individueel gesprek krijgen. Vanuit hier wordt verder gewerkt aan een traject die bij de betreffende persoon past. Het wordt een succes als alle vrouwen in deze gemeenten deelnemen aan een op maat gemaakt traject. De samenwerkingspartners zijn Vluchtelingenwerk, formele en informele taalaanbieders, sleutelpersonen, COA en IND. Als de gemeente regie neemt, kan de samenwerking versterkt worden.

Initiatief #8 gaat zich inzetten voor het ketenbrede samenwerking zodat er in 1 plan alle perspectieven meegenomen worden. De eigenaar van dit initiatief is gemeente Veenendaal. Het keten bestaat uit COA, maatschappelijke organisaties, GGZ instellingen en de formele en informele partners. De gemeente dient als verbinding tussen de organisaties. De initiatiefnemers willen een zichtbare, levende sociale kaart voor de nieuwkomer, ruimte om de processen te evalueren, ervaring uitwisselen en focussen op gedeeld belang ipv verschillen. Het doel en tevens het succes van dit initiatief is een goed georganiseerde Brede Intake, met duidelijke regisseurschap en flexibiliteit om te kunnen schakelen.

Initiatief #9 richt zich het inventarisatie en vergelijking van de huidige intake processen tussen gemeenten Veenendaal, Renkum en Barneveld. De stappen die hiervoor nodig zijn: 1. Eigen plan naast het PIP leggen (juni); 2. Plannen onderling tussen de gemeenten vergelijken (juni) en 3. Samenwerking zoeken met ondersteuners voor wat er nog mist zodat het huidige traject op korte termijn tot het PIP omgebogen kan worden. Het succes van dit initiatief ligt in het identificeren van de specifieke ontwikkelpunten, die elke gemeente vervolgens kan toepassen in haar praktijk.

Article published on
19 feb 2021

Foto's
Aziz Kawak, Saeed Alrefai, Negin Zendegani