Inhoud

#7 Maaksessie Vrouwelijke nieuwkomers in Gelderland

A 18 minutes read by Renée Frissen

Inleiding

Dit stuk blikt terug op de Maaksessie die in het teken stond van Vrouwelijke Nieuwkomers in Gelderland. De diversiteit onder deze groep is groot, van hoog- tot laagopgeleid, jong en oud, moeder, echtgenote, alleenstaand en uit verschillende delen van de wereld. Inmiddels kent de Gelderse regio een tal van (informele) initiatieven en programma’s om deze vrouwen te ondersteunen in hun integratie in Nederland. Hoe ervaren vrouwen met een vluchtelingenachtergrond hun positie in Gelderland? Wat hebben zij nodig om hun weg te vinden in de samenleving? En wat missen ze? Welke rol kunnen gemeenten, instanties en vrijwilligers hierbij spelen? En wat kunnen we leren van hun ervaringen?

Het thema vrouwelijk nieuwkomers komt ongeacht het thema dat we behandelen tijdens deze serie Maaksessies terug. Vrouwen zijn een groep waar zorgen over bestaan, het woord ‘onzichtbaar’ wordt vaak voor het woord geplaatst. Ook in de nieuwe wet Inburgering krijgen ze een meer prominente plek. Dat deed ons sterk afvragen hoe vrouwen zelf dit eigenlijk ervaren. En hoe vrouwen die al langer in Nederland zijn hier tegenaan kijken. Tenslotte is het ook de klankbordgroep van VluchtelingenWerk Oost Nederland geweest die zich sterk heeft gemaakt voor dit onderwerp. Zowel klankbordgroepleden die al langer in Nederland zijn als vrouwen die zich pas een paar jaar hier bevinden, wilden ontzettend graag hun ervaring, kennis en expertise delen. Want ook al is het thema vrouwen een ‘hot item’ de stem van de vrouw, in al haar diversiteit, hoorden we eigenlijk veel te weinig. Daarom een Maaksessie die in nauwe samenwerking met vrouwen die zich inzetten voor vrouwen is ontwikkeld.

Op 2 juli 2019 hebben 30 mensen deelgenomen aan de Maaksessie. Het was een bijzondere dag waarbij  verhalen van 6 vrouwen centraal stonden. Vrouwen met een vluchtelingenachtergrond die allemaal op hun eigen manier hun weg in Gelderland of Nederland proberen te vinden. Zij gaven een inkijk in hun praktijk aan de hand van voorbeelden. Persoonlijke voorbeelden, of verhalen van vrouwen met wie zij intensief werken. De interviews dienden als een dieptesprong in de materie: wat werkt wel en wat werkt niet in het vinden van hun weg in Nederland? Aan de hand van de inzichten uit het middaggedeelte hebben de deelnemers vraagstukken bedacht die ze vervolgens in groepen hebben uitgewerkt tot acties. 

De Maaksessie

De Maaksessie faciliteerde drie dingen:

  1. Het delen van kennis en ervaring rondom de kansen en belemmeringen die vrouwelijke nieuwkomers ervaren als zij in Nederland hun weg moeten vinden. 
  2. Het ontwerpen van acties om kansen en mogelijkheden voor vrouwelijke nieuwkomers te vergroten en belemmeringen weg te nemen. 
  3. De Maaksessie was ook een goede gelegenheid om elkaar te leren kennen en ervaringen uit te wisselen. Er ontstaan nieuwe samenwerkingen tussen de aanwezigen. Dit soort samenwerkingen zijn noodzakelijk maar niet vanzelfsprekend. Alleen al deze ontmoetingen beschouwen wij als een succes van de Maaksessie. 

Het vertrekpunt van de Maaksessie is de stem van vrouwelijke nieuwkomers zelf. Wat hebben vrouwelijke nieuwkomers nodig om een goede route uit te stippelen voor hun nieuwe toekomst? Heeft het systeem voldoende oog voor de verschillende behoeften en mogelijkheden van de groep? Hoe ziet de groep vrouwelijke nieuwkomers er eigenlijk uit, en kunnen we eigenlijk wel spreken van een groep als die zo divers is?

Om de overeenkomsten en verschillen tussen alle aanwezigen te laten zien begonnen we de Maaksessie met verschillende ‘over de streep’ oefeningen, waar je aan de hand van stellingen aan de ene of de andere kant van de ‘streep’ kon gaan staan. Zo kwamen we erachter dat op 2 mensen na alle aanwezigen werken met vluchtelingen; er in totaal 4 mannen aanwezig waren, ongeveer de helft van de aanwezigen een vluchtelingenachtergrond heeft, dat een groot deel van de vrouwen zich identificeert als feminist. Naar aanleiding van de oefening spreken we over het vinden van je weg in Nederland als vrouw. Bijvoorbeeld, eerst had iemand een rustig en fijn leven in het land waaruit zij gevlucht is. Hier vindt zij het erg moeilijk en mist ze de vrijheid die zij daar had. Ze vindt het moeilijk om hier voor haar vrijheid op te komen. Ze kan hier niet alles doen wat ze wil. Ze zegt altijd ‘ik mis mijn vrijheid en het land van de vrijheid.’ 

Maar de antwoorden van deelnemers zijn divers. Een deelnemer geeft aan dat het voor zowel mannen als vrouwen moeilijk kan zijn. Het ligt eraan hoe je als persoon in elkaar zit. Maar de meeste aanwezigen delen het perspectief dat de positie van mannen en vrouwen vaak niet hetzelfde is. Dit wordt ook erkend vanuit de aanwezigen die het systeem vertegenwoordigen. Zowel door aanwezige ambtenaren als nieuwkomers zelf: het probleem, bijvoorbeeld, van niet uitkeringsgerechtigden. Dit zijn in Nederland vaak vrouwen. De uitkering van vrouwen stopt als de man een baan vindt. En vrouwen verdwijnen dan buiten beeld. Daar is vaak geen gemeentelijk beleid voor. 

We begonnen in ronde één met een reeks interviews waarin Ghadeer, Adaf en Shumaila hun ervaringen deelden. Daarna kwam een tweede ronden met interviews met Shukri, Bet-El en Masia. 

De deelnemers kregen de volgende luisteropdrachten:

  • Wat is positief in deze verhalen?
  • Wat is negatief in deze verhalen? 
  • Wat voor een onderzoeksvragen liggen hier?
  • Wat moeten de instanties in hun oren knopen?
  • Wat moeten de nieuwkomers in hun oren knopen? 

Perspectief Vrouwelijke Nieuwkomers

Ghadeer is opgeleid in de sociologie, en werkt als actieonderzoeker bij OpenEmbassy. Voor de Universiteit Utrecht heeft zij onderzoek gedaan naar Syrische nieuwkomers. Specifieker, Ghadeer heeft onderzoek gedaan naar de veerkracht van Syrische nieuwkomers, en trof in haar onderzoek ook vrouwen die er bewust voor kiezen om thuis te blijven en om niet te werken. De Nederlandse samenleving reageert daar over het algemeen afwijzend op, vanuit een emancipatiemissie. Uit het onderzoek blijkt ook dat als stellen naar Nederland komen hun relatie verandert. De genderinditificatie in het thuisland is anders dan in Nederland, en die veranderende rol en perspectieven op wat het betekent om man of vrouw te zijn, heeft invloed op de relaties van mensen. De rollen in hun relatie veranderen. 

Het geldt niet voor alle vrouwen, maar er is een groep vrouwen die meer vrijheid en mogelijkheden ervaart en neemt in Nederland. Tegelijkertijd zijn er ook vrouwen die eerst willen dat het gezin – als ze een gezin hebben – goed landt en daarna komen zij pas aan de beurt. De emanciperende moraal die in hulpverlenend Nederland vaak domineert, is soms enorm bevrijdend voor de vrouwen (en mannen) maar kan soms ook hinderen of botsen. Een reflectie op wat er nu precies nodig is, en vooral hoe je dit in de tijd vormgeeft (waarom zou je vrouwen niet eerst de rust geven om inderdaad voor het gezin te zorgen?) is belangrijk om de ondersteuning aan vrouwen effectief te laten zijn.

Bet-El werkt voornamelijk met Eritrese vrouwen. Ze vertelt ons dat Eritrese vrouwen vaak laagopgeleid zijn en dat zij thuis voor de kinderen zorgen. De man is de kostwinner. De rolverdeling is vaak hiërarchisch. De man staat boven de vrouw. Zodra zij in Nederland zijn veranderen deze rollen. Mannen komen vaak de eerste jaren niet aan het werk en dat doet wat met de dynamiek in een relatie, en huishouden. Volgens Bet-El zouden vrouwen empowert moeten worden. Vrouwen moeten weten wat hun rechten en plichten in Nederland zijn. Er moet aandacht zijn voor zowel de man als de vrouw. Het is belangrijk om dichter bij de vrouw te komen, je moet haar leren begrijpen. Iedereen heeft een eigen plan voor zichzelf en er moet aandacht zijn voor deze droom en of die waargemaakt kan worden. We kunnen niet van nieuwkomers verwachten dat zij gaan werken, terwijl er ook veel Nederlandse vrouwen zijn die niet werken. 

Het punt van Masia sluit hier goed bij aan. Wat we verwachten van de vrouwen moet overeenkomen met hun mogelijkheden, met hun bewegingsmogelijkheden die zij als vrouw hebben binnen hun gezin.

Verder vertellen verschillende vrouwen over de moeilijkheden die zij ondervinden bij het vinden van werk. Afaf vertelt over de vooroordelen waar vrouwen met een hoofddoek mee te maken krijgen. Bijvoorbeeld het idee dat vrouwen met een hoofddoek altijd toestemming moeten vragen aan hun man om iets te doen. Over haar ervaring als vrouwelijke cultuurverbinder met een hoofddoek geeft zij het volgende aan: ‘ik denk soms dat mensen denken, wat weet deze vrouw met een hoofddoek? Ze spreekt de taal niet goed, weet zij wel iets?’ Ze heeft aan dat er veel aardige mensen zijn. Dat zijn de vrijwilligers, want zij kiezen er zelf voor om met nieuwkomers te werken. Maar je wordt niet altijd geaccepteerd. ‘Het is nieuw voor Nederlanders, in de Achterhoek’. 

Shumaila is een activiste. In Pakistan heeft zij bij de ambassade gewerkt. Daar is haar reis begonnen. Zij moest haar land ontvluchten toen zij 8 maanden zwanger was. Toen zij in Nederland was moest zij bij het begin beginnen. Ze wilde graag een carrière opbouwen en heeft een tweede master gevolgd. Toch lukte het niet om een baan te vinden. Toen is zij vrijwilligerswerk gaan doen. Ze werkt met vrouwen die afkomstig zijn uit conflictzones. Ze vertelt dat ze overal welkom was, maar er werd haar nooit een concreet aanbod gedaan voor een baan. Ze hoorde altijd dat ze geen baan voor haar hadden omdat zij overgekwalificeerd zou zijn. Nu is zij bezig een eigen initiatief op te zetten. Ze geeft aan dat het idee van overgekwalificeerd zijn een effect heeft op haar mentale gezondheid.

We leren ook over de dynamiek die kan ontstaan als nieuwkomers in aanraking komen met de gemeente bij het zoeken naar werk. Shumaila legt dat duidelijk uit. ‘Mensen die naar de gemeente gaan zeggen altijd: “ze helpen mij niet”. Ze vragen zich altijd af waarom kunnen deze mensen mij niet helpen?  Ik denk dat er altijd een reden is waarom iemand niet doet wat er verwacht wordt. Maar de gemeente denkt andersom ook: waarom werkt deze man niet? Afaf geeft aan dat als je gelijk gaat werken, je ook de kans verspeeld om een betere baan te krijgen. Dat is ook een reden dat mensen niet gelijk gaan werken, ze willen eerst zichzelf beter ontwikkelen, de taal beter leren.             

Shukri heeft ons meegenomen in wat zij bereikt met haar Stichting IFTIN. Zij bereikt nieuwkomers die geïsoleerd zijn. Die hulp nodig hebben maar het systeem niet vertrouwen. Met haar stichting bereikt zij die vluchtelingenvrouwen. Voornamelijk Syrische, Somalische en een paar Eritrese vrouwen. En zij zien niet alleen de leuke dingen. Ze hebben een aantal jaar gewerkt aan vrouwelijke genitale verminking (VGV). Dat is moeilijk geweest. Dat thema hebben ze moeten inbedden in programma’s over opvoeden en kindermishandeling. Ook in die tijd was het al verboden in Nederland, maar gingen mensen soms terug naar hun land van herkomst om dit te laten gebeuren bij hun dochter. Shukri vertelt ons over de diversiteit van de groep vluchtelingen. De een heeft veel geleden en de ander minder. Gezinnen met een vluchtelingenachtergrond komen eerder met organisaties in aanraking wanneer het al crisis is dan wanneer er een vraag is. Vluchtelingen zijn bezig met basis op orde. In die tijd kom je met je kinderen in NL. Je kent de cultuurverschillen in opvoeding niet en daar ben je niet mee bezig. Daarover komen vragen vanuit professionals en ouders.

Je moet veel werk doen om het vertrouwen van nieuwkomers te winnen. Hun vrijwilligers zoeken mensen in hun eigen netwerk die hulp nodig hebben en gaan dan werken aan het bouwen van vertrouwen. Als er vertrouwen is, dan komen vrouwen misschien ook naar de activiteiten die zij organiseren. ‘Als de vrouwen een cursus of training hebben afgerond dan nodigen we organisaties op de laatste bijeenkomst uit om kennis te maken. Gemeente, GGD en veilig thuis’. De instanties zijn er niet om mensen te pesten. Door vrouwen te verbinden aan organisaties groeit het vertrouwen. Dan durven ze hun slachtofferrol te omarmen. Shurki geeft aan dat ze onder de indruk is van Syrische vaders: ‘syrische vaders en moeders komen samen. Dat is belangrijk want dan gaat de man meewerken. De eerste bijeenkomst luisteren ze niet en kijken ze de andere kant op. Na vier bijeenkomsten hebben ze aandacht voor hun vrouw en kinderen.’ 

Bet-El neemt ons mee in het werk dat zij doet met de ‘verborgen’ groep Eritrese vrouwen in Nederland. En vertelt ons over de problemen die soms ontstaan  wanneer vrouwen in het kader van gezinshereniging naar Nederland komen. Ze vertelt ons over een geval van mishandeling van de vrouw, en dat ze dat vaker ziet in de context. Dit wordt niet gezien door instanties. Dit komt doordat  degene die als eerste naar Nederland komt door de gemeente naar werk wordt begeleid. En als dat lukt dan wordt gezin met rust gelaten. De eerste wordt begeleid door vlichtelingenwerk, de tweede wordt niet gezien. Voor degene die in het kader van gezinshereniging naar Nederland komt wordt geen inburgering geregeld of andere activiteiten geregeld.

We leren van Bet-El ook meer over haar rol als sleutelpersoon tussen vrouwelijke nieuwkomers en instanties. Instanties zijn wantrouwend richting Bet-El. ’Ik ben vrijwilliger en zzp-er. Vrouwen nemen contact op met mij omdat ze anders geen hulp krijgen. Ze hebben geen toegang tot instanties. Bet-El wil die kloof juist verkleinen. ‘Meestal zijn organisaties wantrouwend, omdat ze denken dat iemand die gratis wil helpen wel een eigen agenda heeft. In plaats van dat die instanties denken van wat fijn dat iemand helpt. Mensen zoals ik doen het werk die instanties laten liggen’. 

Sleutelinzichten

  • Vrouwen nemen een sleutelpositie in als het gaat om toegang krijgen tot het gezin. Door vrouwen te bereiken bereiken we mannen in het gezin. Vrouwen die toegang hebben tot vrouwen spelen dus een cruciale rol in het aanpakken van grote vraagstukken rondom nieuwkomers in Nederland: isolement en uitsluiting. 
  • Vrouwen die toegang hebben tot vrouwen en gezinnen zijn in die zin ook een enorme bron van informatie over waar nieuwkomers tegenaan lopen in het opbouwen van een leven in Nederland. 
  • Er worden veel verschillende perspectieven geprojecteerd op een groep vrouwen die heel erg divers is. Het maakt nogal uit vanuit welke bril je naar vrouwen kijkt voor het waardeoordeel je aan de keuzes van mensen hangt. De vrouwen die we hebben geïnterviewd maken die verschillende perspectieven van vrouwelijke nieuwkomers, en van Nederlanders op vrouwelijke nieuwkomers expliciet. Een aantal deelnemers geven aan dat professionals moeten kijken naar wat de persoon zelf wil. Niet meteen de normen van Nederland opleggen. Maatwerk is belangrijk. Daarvoor is een andere mindset nodig. 
  • Het systeem dealt niet met problemen waar vrouwen wel mee te maken hebben. Als je het systeem echt nodig hebt klapt het dicht op alle elementen. 
  • Het referentiekader van vrouwen zelf maakt ook veel uit. Iemand schrikt van hoe zij nu met een hoofddoek wordt benaderd. Iemand anders zegt ‘20 jaar geleden was het veel erger’. 
  • Wel dat sommige vrouwen willen werken, maar geen werk kunnen vinden. Dus ook hoogopgeleide vrouwen die kwaliteit kunnen bieden, maar geen werk kunnen vinden. Ik was daarvan niet echt op de hoogte.
  • Een aantal deelnemers valt op hoeveel doorzettingsvermogen de geïnterviewde vrouwen hebben. Zij vonden het krachtig dat alle drie de dames op hun eigen manier hun spoor zijn blijven volgen en tegenslagen hebben benut. Zij hebben goed gebruik gemaakt van de omstandigheden. 
  • Een groepje deelnemers heeft vier onderzoeksvragen geformuleerd op basis van wat zij hebben gehoord in de kring. wij hadden als onderzoeksvraag dat we vooral geïnteresseerd waren hoe je de verschillen kan overbruggen, hoe je de leefwereld kan laten aansluiten op de systeemwereld en vice versa, Assumpties werken hier vaak niet positief in. Belangrijk is dat het dichter bij elkaar wordt gebracht. Andere onderzoeksvraag: hoe zorg je ervoor dat vrouwen die hier via gezinshereniging heenkomen weten wat van hun wordt verwacht. Laatste vraag: hoe zorg je dat de informatie vanuit de professional goed bij een nieuwkomer terecht komen. Nog een andere vraag: Hoe zou je de vrijwilligers die zich nu inzetten om nieuwkomers te begeleiden kunnen gaan betalen?
  • Aan de ene kant wordt er heel erg de nadruk gelegd op eigen verantwoordelijkheid. En als sleutelpersonen verantwoordelijkheid nemen wordt er eigenlijk niet naar ze geluisterd. Er is weinig vertrouwen in de instanties door nieuwkomers. Nieuwkomers hebben weinig vertrouwen in instanties. Ze hebben weinig vertrouwen dat er iemand is om te werken. 
  • Tijdens het eerste vissenkomgesprek is er gesproken over de eerste drie jaar dat nieuwkomers in Nederland zijn als vluchteling. Verlies je een ontwikkelkans als je meteen aan het werk gaat? Weten we eigenlijk wel genoeg over werk, en over hoe mensen zich tijdens het werk ontwikkelen? Goede begeleiding voor vluchtelingen zodra zij aan het werk gaan, en voldoende leren over deze ervaringen is belangrijk. 
  • Het idee ook over de moeilijkheden van opvoeding die nieuwkomers ouders hebben omdat ze er geen genoeg ervaring over hebben en omdat ze bezig zijn met andere dingen zoals integratie en woning .. dat heb ik vaak gehoord tijdens mijn onderzoek ook. ik denk dat hier goed ook zal zijn als ouders meer individuele begeleiding zou kunnen krijgen om meer aandacht over dit onderwerp te blijven. en waarom ik denk dat individuele begeleiding hier beter zou kunnen zijn dan de workshops en dat hebben mensen ook benoemd dat als we erover een workshops doen dan komen allen mensen die een bewust hebben om iets te veranderen maar mensen die ze echte behoeften hebben komen niet naar deze workshops en vervolgens kunnen we niks met deze mensen doen.
  • De positie van vrouwen en de positie van nieuwkomers is over de jaren heen sowieso erg veranderd. dertig jaar geleden werd er nog weer heel anders op nieuwkomers gereageerd. Het is goed als we ook naar deze veranderingen kijken en altijd herinneren dat sociaal veranderen lang duurt, en het veranderen van een houding ook. 
  • Er wordt opgemerkt hoe de sleutelpersoon wordt vertrouwd door nieuwkomers maar niet altijd door de organisaties waar zij mee te maken krijgen. 
  • De rol van sleutelpersoon en cultuurverbinder is cruciaal in het bereiken van verandering ten aanzien van denken over taboeonderwerpen als vrouwenbesnijdenis. Een vrouw in de positie van cultuurverbinder wekt eerst het vertrouwen van een groep en geeft dan beetje bij beetje mee informatie. Niet in een keer. 
  • Wat we hebben geleerd van een deelnemer die een eigen ervaring over besnijdenis deelde dat ze daar nog altijd heel veel problemen van ondervindt. Maar deze traumatische ervaring maakt haar sterker en zij accepteert het niet dat haar dochter wordt besneden. Dat bewijst dat niet alle mensen die in hun kindertijd mishandeld zijn hetzelfde zullen doen. dat gebeurt natuurlijk soms maar niet automatisch. Dit komt overeen met het onderzoek van Ghadeer: sommige traumatische ervaringen geven mensen meer veerkracht. Ghadeer geeft aan dat hier meer op zou moeten worden gefocust omdat er vooroordelen bestaan over mensen met een oorlogsachtergrond dat zij altijd verbonden zullen blijven met hun slechte ervaringen en daardoor niks meer kunnen.

Actieagenda

Initiatief #1 gaat in 2019 huiskamergesprekken organiseren voor vrouwelijke nieuwkomers. Dat moment wordt aangegrepen om belangrijke informatie te delen in de groep. Deze actie is een succes als we 10 gezinnen per jaar kunnen overtuigen om hun dochter niet te laten besnijden.

Initiatief #2 gaat in 2019 een adviesgroep (klankbordgroep) oprichten. Die adviesgroep zorgt ervoor dat nieuwkomers worden betrokken bij beleid, activiteiten en beslissingen in Gelderse organisaties. Daarvoor gaan we in gesprek met VWON en de Gemeente Arnhem. De actie is een succes als vluchtelingen daadwerkelijk worden betrokken bij vraagstukken van de Gemeente Arnhem.

 

Initiatief #3 in 2019 wordt in de regio Arnhem extra informatie verstrekt aan vrouwelijke nieuwkomers over hun rechten en plichten. Het gaat om geïsoleerde vrouwen die tot nu toe niet via de bestaande vrouwengroep van Micado worden bereikt.

Initiatief #4 gaat in 2019 vrouwelijke nieuwkomers beter informeren over hun rechten en plichten. Om dit te bereiken formuleert de klankbordgroep Gelderland een advies voor alle gemeenten om in het participatieverklaringtraject (Art1) speciaal aandacht te geven aan vrouwen. De actie is een succes als de klankbordgroep en gemeenten meewerken en als vrouwen in Gelderland weten wat hun rechten zijn.

 

Initiatief #5 gaat in 2019 vrouwen helpen om hun netwerk uit te breiden. Dit gaan we doen door een divers team community builders. Dit team helpt met connecties. Door een team te creëren van oudkomers en nieuwkomers en Nederlanders. Als community builders gaan zij voortdurend hun netwerk uitbreiden en aan anderen leren hoe ze moeten netwerken. De Gemeente kan ondersteunen met ruimtes. Stichting Present kan hier een coördinerende rol innemen.

Initiatief #6 gaat de vooroordelen over nieuwkomers in de Achterhoek verminderen door verhalen van nieuwkomers in de lokale krant te krijgen. Er staat iedere week een verhaal centraal waarin een nieuwkomer vertelt over haar leven/succes/verdriet/vlucht/werk. Het is een succes als de krant na een jaar zelfstandig wil doorgaan met het publiceren van deze verhalen en dat mensen via de website positief reageren op deze berichtgeving.

 

Initiatief #7 gaat in 2019 niet praten maar doen. door ervoor te zorgen dat opgedane werkervaring en studie in het land van herkomst in Nederland goed benut wordt. Dit gaan we doen door voorlichting en reclame over wat nieuwkomers kunnen aan werkgevers, en betere voorlichting over beroepen. Het komende half jaar moeten meer nieuwkomers starten met vrijwilligerswerk die aansluit bij hun ervaring. En zoeken naar stageplekken om werkervaring op te doen in Nederland. De actie is een succes als met de opgedane ervaring betaald werk kan worden gevonden.

 

Article published on
19 feb 2021

Foto's
Aziz Kawak, Saeed Alrefai, Negin Zendegani