Inhoud

Sociale verbondenheid met de lokale gemeenschap

A 5 minutes read by Renée Frissen

“Eerst zaten we in het AZC, daar zijn veel Syriërs. Daardoor was het makkelijk: je kon gewoon Arabisch spreken. Na vier maanden verhuisden we naar een tijdelijk huis, dat was een moeilijke tijd. We kenden niemand, spraken geen Nederlands, de kinderen waren nog klein. De jongste was erg verdrietig, ze wilde niet naar een andere school. Later, in ons uiteindelijke huis, hebben we heel veel aardige mensen ontmoet. Vanaf de eerste dag werden we goed opgevangen. Ze wilden ons helpen met spullen, kleding, enzovoort. We voelden heel erg dat ze ons wilden helpen. In totaal kwamen acht mensen dagelijks bij ons. Ik zie die mensen nog steeds af en toe. Ik wil altijd contact met hen houden. Ik zal ze nooit vergeten.”

– Syrische vrouw uit Geldermalsen

“Toen ik net in Nederland was aangekomen, en dat is heel veel jaren geleden, kreeg ik veel steun van mijn begeleider. Deze man sprak met mij op een persoonlijke, informele manier en de gesprekken gingen over veel meer dan alleen taal. Zo’n benadering wens ik iedereen toe. Dit is ook een les voor mensen die nu nieuwkomers ontvangen. Denk na over de manier waarop je mensen benadert en de tijd die je neemt.”

– Irakees-Nederlandse man uit Arnhem

“Het moeilijkste is het voor de kinderen om verbinding te vinden. Voor ons niet, wij hebben geduld, maar voor de kinderen is het lastig. Het zou op een natuurlijke manier moeten gaan. De school en de kinderen, het is zo formeel. Het zou ook informeel moeten gebeuren. Bijvoorbeeld buiten de school om leuke dingen doen en de taal leren: fietsen, wandelen met vriendjes etc. Wij hebben dit geprobeerd, wij nodigen de mensen uit. We zijn nu 10 maanden in Maurik, maar niemand heeft ons tot nu toe uitgenodigd. Dat is hoe de gemeenschap hier werkt: het is afstandelijker. Dat verschilt met hoe het bij ons is.”

– Syrische man uit Maurik

De behoefte aan verbinding met Nederlanders is enorm en tegelijkertijd enorm moeizaam. Of je nu helemaal vastloopt in de Nederlandse systemen en regels, of dat je de draad snel kon oppakken en carrière maakt, contact met Nederlanders is voor veel nieuwkomers een enorme uitdaging. En met contact bedoelen we gelijkwaardig contact. Nieuwkomers zien vanaf dag één genoeg Nederlanders, maar dat zijn professionals of vrijwilligers. En ook bij die laatste groep missen mensen vaak een gevoel van gelijkwaardigheid. Hulp is fijn, maar vroeg of laat wil je elkaar in de ogen kunnen kijken als medeburgers.

Regionale verschillen in ‘thuis’ voelen

Het maakt bovendien uit waar je als nieuwkomer een woning krijgt toegewezen. Zeker in het geval van de vele dorpen die Gelderland rijk is: “Hoe kleiner de dorpen zijn waar je terecht komt, hoe groter de verschillen. Of je treft het heel erg of juist totaal niet”, aldus een professional uit Geldermalsen. Zeker in de regio de Achterhoek ontmoeten we nieuwkomers die het zwaar hebben. Ze leren Nederlands op school, maar niet het lokale dialect. Ze krijgen te maken met discriminatie, vinden niet makkelijk aansluiting. Kinderen worden gepest en voor hoogopgeleide nieuwkomers is er bar weinig werk.

En natuurlijk zijn er genoeg Gelderlanders die wel vanuit gelijkwaardigheid mensen verwelkomen; die vriendschap sluiten met hun nieuwe buren; die als taalmaatje beginnen en daar een relatie aan overhouden; die talloze uren vrijwilligerswerk doen en daarmee enorm verschil maken in de levens van mensen. Desondanks kunnen we niet spreken van een vanzelfsprekend welkom in Gelderland.

Organisaties die verschil willen maken

Er zijn organisaties die hier iets aan proberen te doen. Organisaties zoals Buddy to Buddy, Integreren doe je Samen, Open Mind. Organisaties die vrijwel allemaal zijn gestart of worden gerund door enorm gepassioneerde individuen; die vanuit oprechte betrokkenheid hun tijd en ervaring willen geven en daar ook anderen voor weten te enthousiasmeren.

Een terugkerend dilemma is de vraag hoe je zorgt dat nieuwkomers zich ook daadwerkelijk thuis voelen bij een initiatief.

“Bij ons maatjesproject vraag ik me weleens af of het wel aansluit bij de behoefte van mensen. Het is vooral de Nederlandse gemeenschap die hen benadert en we krijgen weinig terug.”

Uit betrokkenheid en enthousiasme worden er dingen opgetuigd. Omdat het 2015 is en er zoveel nieuwkomers zijn dat mensen iets willen doen of omdat er in maatschappelijke organisaties budget is vrijgemaakt speciaal voor nieuwkomers. Mensen organiseren buurtdiners, naaiateliers, praatgroepen en dansavonden, maar er komen slechts mondjesmaat nieuwkomers. Een cruciale stap die vaak wordt overgeslagen met al het organiserend enthousiasme dat Nederland rijk is, is de vraag waar nieuwkomers zelf eigenlijk behoefte aan hebben of welke ideeën zij hebben voor een bijeenkomst.

Wat kunnen gemeenten doen?

Gemeenten zouden hier een rol in kunnen spelen. Door maatschappelijke initiatieven die opgericht worden door Nederlanders, te helpen met het inclusief en vraaggericht ontwikkelen van aanbod. Dit hoeft niet heel ingewikkeld te zijn. Te denken valt aan een toolkit die je krijgt als je subsidie aanvraagt, of gratis workshops die je aanbiedt. Voorkom daarbij als gemeente ook dat je te veel wilt sturen op de inhoud van initiatieven. Er mag meer vertrouwen zijn in de capaciteit van de samenleving om te organiseren wat nodig is. Er is altijd wel een actief iemand, die ondanks alles doorgaat. Koester zo iemand, stel niet te veel eisen en check vooral of nieuwkomers het ook waarderen. Je kunt wel voorwaarden stellen aan het hoe en het wie, en tegelijkertijd wegblijven bij het wat. Daarbij met klem ook het advies om apart budget te reserveren voor initiatieven van nieuwkomers zelf, zonder ingewikkelde formulieren, en indien nodig inclusief budget voor ondersteuning bij het oprichten van een initiatief in Nederland.

Tenslotte kan de gemeente een rol spelen bij het bieden van een goed overzicht van wat er in de regio wordt georganiseerd, zodat mensen hun weg ernaartoe kunnen vinden.

Article published on
8 dec 2020

Editors
Tekst: Renée Frissen Eindredactie: Martijn Bijwaard

Foto's
Aziz Kawak, Saeed Alrefai, Negin Zendegani