Voor haar master thesis Sociologie deed Marrit de Boer onderzoek naar hoe leerkrachten omgaan met culturele diversiteit in de samenwerking met nieuwkomersouders. Met als doel inzichten te verzamelen over wat er nodig is om nieuwkomersgezinnen in het basisonderwijs gelijke kansen te kunnen geven. Hiervoor werkte ze samen met Open Embassy en ons project Thuisonderwijsmaatjes.
Uit onderzoeken blijkt dat leerkrachten vaak aan culturele diversiteit voorbijgaan, wat kan leiden tot een minder effectieve samenwerking met nieuwkomersouders. Dit terwijl een goede samenwerking van cruciaal belang is voor het maximaliseren van de leerprestaties en het welbevinden van het kind.
Interviews docenten
Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn er vijftien semigestructureerde interviews afgenomen met leerkrachten met minimaal één nieuwkomerskind in de klas, om zo te onderzoeken hoe leerkrachten omgaan met culturele diversiteit in de samenwerking met nieuwkomersouders.
Hieruit komt naar voren dat leerkrachten over het algemeen positief staan ten opzichte van culturele diversiteit en streven naar een inclusieve onderwijsomgeving en een goede samenwerking met nieuwkomersouders. Echter zijn er wel enkele complicaties geïdentificeerd.
Onvoldoende kennis
Zo zien leerkrachten culturele diversiteit nog onvoldoende als normaliteit en hebben leerkrachten vooroordelen over nieuwkomersouders. De meeste leerkrachten zijn zich bewust van deze vooroordelen en proberen hier op een bewuste manier mee om te gaan. Daarnaast geven leerkrachten aan dat ze onvoldoende kennis hebben van de thuiscultuur van nieuwkomersouders, doordat dit moeilijk te realiseren is in een klas met zoveel kinderen en doordat ze hier weinig tot geen scholing in hebben gehad. Hierdoor voelen leerkrachten zich soms handelingsverlegen.
Taalbarrière is obstakel
Het grootste obstakel is de communicatie met nieuwkomersouders door de taalbarrière, waardoor leerkrachten niet de diepte in kunnen gaan over het kind met nieuwkomersouders. Dit belemmert het creëren van een gelijkwaardige relatie met ouders, één van de belangrijke voorwaarden voor educatief partnerschap. Daarnaast ervaren leerkrachten vooral een begeleidende rol aan te nemen in het contact met nieuwkomersouders en missen zij input van de ouders.
Deze bevindingen leiden tot de conclusie dat er voor leerkrachten ruimte voor verbetering is in de groei van de competentie ‘omgaan met diversiteit’ in de samenwerking met nieuwkomersouders. In de conclusie en aanbevelingen worden hiervoor diverse suggesties gedaan.