Inburgering

Inburgeren nieuwe stijl kan niet zonder stevige allianties

Om je weg te kunnen vinden als nieuwkomer in Nederland, moet je door veel hoepels springen en heb je met veel organisaties te maken. Dat wordt alleen maar meer, komend jaar, als je als inburgeraar een heus Plan Inburgering en Participatie hebt waarin taal, werk en participatie allemaal een plek hebben. Als al die betrokken organisaties goed samenwerken, is dat goed voor nieuwkomers. Alleen: dat samenwerken staat vaak nog in de kinderschoenen. Patrick van der Hijden vertelt waarom alliantievorming een belangrijke succesfactor voor de nieuwe Wet Inburgering wordt.

 

Waarom is alliantievorming in het maatschappelijk middenveld belangrijk voor inburgeraars?

Patrick:”Nederland heeft een zeer geïnstitutionaliseerde vorm van integratie en omdat er maatschappelijke organisaties in het proces worden ingeschakeld is het belangrijk dat ze goed samenwerken. Dat is op dit moment lang niet altijd het geval. En dit heeft consequenties voor nieuwkomers. Ze hebben te weinig toegang tot voorzieningen op het gebied van wonen, zorg, werk en inkomen. Een bekend voorbeeld daarvan is dat maatschappelijke begeleiding na een of twee jaar afloopt, maar dat de behoefte aan begeleiding bij een deel van de nieuwkomers er nog is.”

 

Het lukt nieuwkomers dus niet om na één of twee jaar zelfredzaam te zijn?

“Zelfredzaam worden in de Nederlandse samenleving is niet een kwestie van een knop aanzetten. Het is een proces. En daarin is ondersteuning vaak best handig en soms noodzakelijk Als je geluk hebt, dan wordt je dossier overgedragen aan een lokale welzijnsstichting. Maar zelfs als dat gebeurt, is het vaak onduidelijk wat je moet vragen, wat je kunt vragen en wat er überhaupt mogelijk is. Er vallen gaten in het integratieproces, want organisaties zijn niet goed met elkaar verbonden. Er is geen continuïteit in de dienstverlening.”

Zelfredzaam worden in de Nederlandse samenleving is niet een kwestie van een knop aanzetten. Het is een proces.

Heb je nog een voorbeeld?

“In de nieuwe situatie vanaf 1 januari moeten taal en participatie echt samengaan. Dat vraagt om samenwerking tussen organisaties die dat vaak niet gewend zijn, zoals taalscholen, initiatieven op het gebied van werk en vrijwilligersorganisaties. Veel gemeenten hebben echter alleen maar taalonderwijs ingekocht. Ze hebben waarschijnlijk wel geëist dat die taalscholen moeten gaan samenwerken, maar de vraag is of dat genoeg is. Want hoe kun je nou echt participatie en taal laten samengaan als slechts een van de twee het geld krijgt en het risico draagt?

Ander voorbeeld: vrijwilligerswerk is een belangrijk middel voor nieuwkomers om een plek te vinden in de Nederlandse samenleving. Het is een mooie gelegenheid om de taal te oefenen en het Nederlandse arbeidsmarkt te leren kennen. Maar ook om connecties te creëren met de omgeving en een professioneel netwerk op te bouwen. In bijna elke regio of gemeente vind je grote vrijwilligersorganisaties die professioneel werken maar weinig aan nieuwkomers te bieden hebben. Maar er zijn ook veel kleinere organisaties die wél dichtbij de communities staan maar de professionaliteit van de grotere organisaties missen. Daarnaast zijn sommige organisaties heel goed met ouderenwerk, anderen met taal oefenen. Op dit moment werken deze grote en kleine clubs langs elkaar heen terwijl ze samen zoveel meer impact kunnen maken.

Zo zijn er heel veel voorbeelden van onbenutte kansen en grote gaten in de dienstverlening, waardoor mensen geen toegang krijgen tot alles wat het rijke maatschappelijke middenveld in Nederland te bieden heeft. Dit is slecht voor nieuwkomers en ook slecht voor de samenleving.”

 

Gaat de nieuwe Wet Inburgering iets aan deze situatie veranderen?

“We weten natuurlijk niet precies hoe de nieuwe Wet Inburgering gaat werken. Wat we wel weten is dat alliantievorming in het maatschappelijk middenveld essentieel wordt om het systeem om nieuwkomers heen beter te laten werken. Als je straks als gemeente verantwoordelijk bent voor de inburgering van nieuwkomers, of dat er nou 25 of 250 zijn, dan moet je makkelijk toegang hebben tot en een duidelijk overzicht hebben van alles wat in jouw regio aanwezig is. Op dit moment is er veel versnippering. Elke organisatie doet haar eigen ding. Sommige vinden snel hun ingang bij gemeenten, anderen niet. Als aanbieders zélf iets doen aan die versnippering door een hechte en wendbare alliantie te vormen, is hun toegang tot financiering beter, en bovendien maak je dan echt verschil voor de mensen waar het om gaat.”

 

Veel organisaties werken al samen. Wat is het verschil tussen samenwerking en alliantievorming?

“Inderdaad, er wordt al veel samengewerkt. Ook uit het perspectief van gemeenten is het belangrijk dat organisaties samenwerken. Maar samenwerking is niet hetzelfde als alliantievorming. Samenwerking gaat meestal over een specifieke vraag, een specifieke periode, en wordt gerealiseerd op een projectmatige manier. Zodra het doel is gehaald, stopt meestal de samenwerking. Alliantievorming is samen een maatschappelijke opgave zien en daar een duurzame en innovatieve aanpak voor op poten zetten. In een alliantie blijf je elkaar vasthouden, ook als een project afgelopen is. In 2015 en 2016 zijn er veel organisaties ontstaan die nu naar een volgende fase willen: professionaliseren en een beter verdienmodel. De gemeenten hebben geen beeld over wat er zich afspeelt in het maatschappelijk middenveld en het maatschappelijk middenveld weet niet wat belangrijk is voor de gemeenten. Alliantievorming is het antwoord op die opgaven.”

Er vallen gaten in het integratieproces, want organisaties zijn niet goed met elkaar verbonden.

Welke alliantievorming beschouw je als een succesvoorbeeld?

“Zes jaar geleden is in Nijmegen een alliantie ontstaan rond de opvang op Heumensoord, met onder andere Vluchtelingenwerk en de Yalla Foundation. Met de komst van mensen uit Afghanistan naar die plek, staat dat hele netwerk weer klaar. Dat zou niet mogelijk zijn als iedere organisatie in haar eentje opereert met de gedachte: dit zijn mijn nieuwkomers, mijn contract met de gemeente. Dat is belangrijk in tijden van crisis, maar ook omdat integratie multidimensionaal is: er is geen organisatie die alles zelf kan doen; werk, wonen, zorg, én onderwijs regelen. Meerdere spelers zijn nodig die de maatschappelijke opgave oppakken en afspraken maken over hoe je in de regio samen innoveert, met de gemeente samenwerkt en risico’s ondervangt. Risico’s zoals een politieke nieuwe wind of een plots toenemende instroom van vluchtelingen. Deze risico’s kunnen alleen goed worden beheerst in alliantie verband, als er een gemeenschappelijke richting is.
Op in ieder geval twee plekken in Nederland hebben gemeenten de inburgering aan een brede coalitie van partijen gegund, in Venlo en in de Kop van Noord Holland. We denken dat dat beter gaat uitwerken voor de nieuwkomers daar, dan in andere gemeenten. Het is belangrijk om dat de komende jaren goed te gaan volgen.”

 

Wat zijn de kenmerken van een goede alliantie?

“Er zijn verschillende soorten allianties. Een lichte vorm is als organisaties verbonden willen zijn, ervaring met elkaar delen, een keer per jaar bij elkaar komen en samen een aanspreekpunt voor de gemeente vormen. Een iets stevigere alliantie is een kerngroep met eromheen een aantal losse spelers. Met zo’n groep kan je aan fondsenwerving doen, afspraken met gemeenten maken voor een specifiek aantal mensen en specifieke dienstverlening. De organisaties draaien mee samen bij aanbestedingen, delen taken en verantwoordelijkheden bij het ontwikkelen, organiseren en leveren van diensten. Er is ook sprake van grotere impact, de alliantie levert voordeel voor alle stakeholders. Dit type alliantie vraagt dat de organisaties elkaar goed vertrouwen. Vertrouwen en uitruil: wat moet ik opgeven en wat krijg ik eruit terug? Het interessante is dat er in de kunsten en op andere plekken in het sociaal domein al best veel ervaring is met alliantievorming, maar dat die in de wereld van integratie en inburgering vaak nog in de kinderschoenen staan.”

In een alliantie blijf je elkaar vasthouden, ook als een project afgelopen is.

Wat is er nodig om een start te maken met alliantievorming?

“Organisatieadviseur Jaap Boonstra maakt onderscheid tussen vier fasen in alliantievorming: vormen, waarin je contact maakt met elkaar, formeren, waarin je afspraken maakt, functioneren, waarin je aan de slag gaat, en transformeren, waarin je gezamenlijk een nieuwe vorm aanneemt en bijvoorbeeld een nieuwe opgave aangaat. Dat model laat bijvoorbeeld mooi zien dat je niet met afspraken en contracten moet beginnen, maar bij inhoud: wat wil je samen bereiken?

Daarnaast moeten de deelnemers in een alliantie-in-ontwikkeling een aantal verschillende rollen aannemen. De verkenner onderzoekt de mogelijkheden voor een alliantie en hoe de relaties tussen de organisaties liggen. Wat is het beeld waar we samen naar streven? Wat wordt het uitruil van belangen? Kunnen we elkaar vertrouwen zelfs als niet alles op papier staat geschreven? Zijn we bereid om elkaar vast te blijven houden ook in crisistijd? De gangmaker brengt organisaties samen. Soms is er een algemeen idee, zoals “het zou wel goed zijn als we iets samen doen” of een gemeente die zegt “we willen één aanspreekpunt”. De gangmaker zet mensen bij elkaar en brengen ze vervolgens op zo een manier met elkaar in gesprek dat er leiderschap en eigenaarschap in de groep ontstaan. Wanneer het moeilijk wordt, begeleidt de gangmaker de transactiemomenten en zorgt voor een positieve, constructieve sfeer. Daarnaast heb je experts nodig. Er is maar weinig kennis beschikbaar over hoe je samenwerkt, over mogelijkheden, keuzes en alternatieven. Zoals financieringsmodellen, werkprocessen, samenwerkingsmodellen. Maar ook experts uit de groep nieuwkomers, die kennis van binnenuit toevoegen. Als OpenEmbassy kunnen we alle drie de rollen voor onze rekening nemen. Maar we begeleiden ook graag bestuurders, vrijwilligers en professionals die die rollen zelf willen leren spelen.”

Het interessante is dat er in de kunsten en op andere plekken in het sociaal domein al best veel ervaring is met alliantievorming, maar dat die in de wereld van integratie en inburgering vaak nog in de kinderschoenen staan.

Vanuit de Theory of Change, ondersteunt OpenEmbassy alliantievorming:

  • Ons activiteit is verkennen, organiseren, kennis toevoegen, formeren en informeren
  • De output is bijvoorbeeld een presentatie: We zijn de integratie coalitie van …
  • De outcome is een goed werkende alliantie waarin er daadwerkelijk beter wordt samengewerkt en geïnnoveerd
  • De impact is: dat nieuwkomers beter toegang tot diensten krijgen en dat ze beter verbonden worden met de Nederlandse samenleving.

Wil je meer informatie over, advies of begeleiding bij alliantievorming, of heb je goede voorbeelden van alliantievorming in het veld van inburgering en integratie? Bel met Patrick van der Hijden 0641472191 of stuur een bericht naar: patrick@openembassy.nl




Ben je nieuw in Nederland?

Heb je een vraag over je nieuwe leven in Nederland? Stel hem aan ons!