Sedigeh Safari
Sedigeh’s verhaal illustreerde een lange zoektocht naar de juiste taalschool en naar een geschikte opleiding. Sedigheh komt uit Iran, is nu 3 jaar in Nederland, en is afgestudeerd in Chemical Engineering. Zij heeft de indruk dat haar gemeente nauwelijks een rol speelt in haar integratietraject doordat er weinig contactmomenten zijn geweest. De ‘defining moment’ in haar verhaal is de medewerker van COA die de tijd nam om naar haar te luisteren, zich verdiepte in haar achtergrond en uiteindelijk een stage aan de Wageningen Universiteit voor haar wist te bemiddelen. Deze stage gaf een boost in haar ontwikkeling: ze werkte in het lab, maakte nieuwe contacten, kennis met het onderwijssysteem en omgangsvormen. Op dit moment worstelt Sedigheh met een ander probleem – voor de studie die zij binnenkort wil volgen, moet ze haar Engels bijspijkeren. Ze heeft een cursus zelfstudie Engels gevonden. Maar vanuit de gemeente is er druk om eerst het Nederlands te leren.
Delista Omeragic
Delista woont al langer dan 20 jaar in Nederland. Zij is lid van Klankbordgroep VWON in Arnhem. Het opmerkelijke in haar verhaal is het beeld van haar integratietraject van 20 jaar geleden. Bij haar aankomst in Nederland mocht Delista direct een cursus Nederlandse taal volgen. Gemeente Arnhem nam haar op en er werd samen met haar een persoonlijk plan voor haar toekomst gemaakt. Gemeente Arnhem organiseerde een stage bij het ROC. “Het was een goed plan, je wist precies waar je naartoe ging, je stage liep je in eigen tempo”. Juist het gebrek aan tijdsdruk maakte het een succesvol en bevredigend proces voor Delista.
Elsa Berhane
Elsa behoort tot de eerste generatie Eritreeërs, zij kwam als klein kind naar Nederland samen met haar ouders. Elsa spreekt positief over het begin van hun leven in Nederland. Hun gezin had een maatschappelijke begeleider die hun goed hielp met huisvesting en andere zaken. De buurt ontving hen hartelijk en goed, zij waren nieuw en interessant. Dit staat volgens Elsa in contrast met hoe het er nu aan toe gaat in “het statushoudersland”. De processen zijn veel ingewikkelder en wachttijden langer. Elsa werkt als begeleider en sleutelpersoon voor de Eritrese gemeenschap. Ze ziet dat de Eritreeers een stigma dragen van beperkingen en zwakte. Ze willen werken maar eerst moeten ze talige trainingen en cursussen volgen, iets wat ze niet gewend zijn en wat niet matcht met hun verwachtingen. “Mensen komen veel in problemen door te veel aan informatie en ingewikkelde regels waar ze in verstrikt raken. Er ligt teveel eigen verantwoordelijkheid op deze groep. Ze vinden bijvoorbeeld werk maar ze geven het niet door aan de uitkeringsinstantie, dit besef is er niet. En dan gaat het mis.” Elsa benadrukt dat de Eritrese groep over het algemeen uit hardwerkende mensen uit het platteland bestaat. Maar in Nederland, door het huidige beleid, gaan hun talenten en hun kracht verloren.
Niek Bielderman
Niek is participatieconsulent bij gemeente Renkum. In het kader van vernieuwing is hij onlangs gestart met een integrale intake. Niek merkt dat een persoonlijk gesprek een versnellend effect heeft op het proces omdat hij direct hoort wat iemand wil. Bovendien wordt er nauw samengewerkt met COA en Vluchtelingenwerk, dit maakt dat de lijntjes kort zijn. De intentie van dit experiment is om mensen zo snel mogelijk in een actieve modus te krijgen. De gemeente is van mening dat de taal niet alleen op school hoort maar ook tijdens het werk kan worden geleerd. Inburgering en werk kunnen naast elkaar lopen. “We gaan soms ook naar de scholen toe om de statushouders te volgen, we hebben een accountmanager die stages probeert te vinden voor de statushouder, de korte lijntjes zijn belangrijk! COA begint het en wij pakken het op. [..] Mensen hebben vertrouwen dat het een goede toekomst wordt.”
Renske Waardenburg
Renske werkt als regiocoördinator voor Divosa en bij de gemeente Oude IJsselstreek. Zij merkte dat veel nieuwkomers hobbels ondervinden bij de intake doordat de intake te talig is. Zij ontwikkelt momenteel een alternatieve communicatiemethode tussen consulent en statushouder: gesprek voeren met getekende beelden. “Door te tekenen, maak je verwachtingen concreter en duidelijker met beeld. Het hoeft niet mooi te zijn, het gaat om de boodschap. Soms heeft een nieuwkomer een ander idee van werk, of ander idee van tijdspad, dit kan je verduidelijken door simpele tekeningen. Dat maakt dat je makkelijker over hetzelfde praat. De bedoeling is dat je als statushouder een beter beeld hebt van je plan en een eigenaar ervan wordt.” Ook pleit Renske voor het inzet van sleutelfiguren in de uitvoer van het PIP. “Zij kunnen praten met instanties en ook met nieuwkomers. In het land is hier al veel ervaringen mee, een sleutelpersoon kan ook een praktijkondersteuner worden.”